Klein huis, grootse mogelijkheden
Werkgroep Project Tiny House is een collectief van leerlingen, bedrijven en experts. Samen bouwen ze in Beek een eenpersoonswoning van zeventien vierkante meter. "Tiny houses kunnen de uitkomst zijn voor het probleem op de woningmarkt."
Door Martine Zwets, Beek
In een loods aan de Stationstraat in Beek staat een kleine houten woning. Eromheen lopen leerling-meubelmakers en leerlingen elektrotechniek van Bouwmensen Limburg. De deuren van het gebouwtje stsaan wijd open. Omdat het geheel op een trailer staat, is een provisorisch trapje nodig om binnen te stappen, direct de woonkamer in. De woonruimte loopt over in een gang die weer overgaat in een keuken. De trap annex kast leidt naar een kruipbed. Halverwege de gang is de badkamer met douche en composttoilet.Het interieur is eigenlijk één groot meubelstuk waarin de verschillende leefruimten in elkaar overvloeien. En dat allemaal op een oppervlakte van zeventien vierkante meter en voor zo'n 30.000 euro aan materiaal.
Project Tiny House is een initiatief van kunstenaar en fotograaf Jorgen Polman, die samen met verteller Wim Kallen, docent mediavormgeving Verena Reinders en holistisch architect Lonnie Koken een werkgroep vormt. Polman raakte geïnspireerd door de beweging van huisjes die niet groter mogen zijn dan 28 vierkante meter en duurzaam gebouwd worden. Ze worden al jaren steeds populairder.
"Het is geen hype meer. Het is een trend", zegt Polman. "Dat komt ook door maatschappelijke ontwikkelingen. Thema's als alternatieve woonvormen voor eenpersoonshuishoudens, vereenzaming van ouderen en klimaatverandering vragen om nieuwe inzichten. Een tiny house kan een uitkomst zijn."
De bouw wordt gerealiseerd door leerlingen van het Techniekcollege, onder supervisie van Bouwmensen Limburg in Beek. Het huisje is 4 meter hoog, 2,55 meter breed en 7,20 meter lang. "Er is een beweging van mensen die met minder tevreden zijn. We zijn heel efficiënt omgegaan met de ruimte. Als je binnenstapt, voelt het als een woning", zegt architecte Lonnie Koken die het Tiny House in Beek ontwierp. Ook het materiaalgebruik is daarbij van belang. Voor de gesponsorde bouw is zo veel mogelijk ecologisch materiaal gebruikt, waardoor "de ruimte ademt". Het huis mag dan klein zijn, de mogelijkheden zijn groots. De werkgroep is in gesprek met gemeenten en provincie die naarstig op zoek zijn naar oplossingen voor de woningkrapte. "Het zit vast in Limburg", zegt Polman. "Ergens zal een gemeente overstag moeten gaan en zeggen: oké, we geven een stukje grond in bruikleen voor een pilot en maken een dorpje van vijf. Daar wachten we op."
Tot die tijd verhuist het Tiny House naar een plek ergens in de gemeente Vaals. Daarmee is het project niet afgelopen, maar begint fase twee: het verduurzamen met de omgeving. Er komt een houten vlonder om het huisje en er wordt een eetbare tuin aangelegd. Koken: "Onze zoektocht naar compleet zelfvoorzienend wonen gaat door."
Bouwtheorie in de praktijk
Het tiny house in Beek wordt gebouwd door leerlingen van Bouwmensen Limburg. De landelijke coöperatieve vereniging Bouwmensen ontstond in augustus 2012, door het samengaan van meerdere regionale opleidingsbedrijven in de bouw. Leerlingen combineren theorie met een vakopleiding in de praktijk bij een van de bouwbedrijven die zijn aangesloten bij Bouwmensen Limburg. De Limburgse tak werkt samen met het beroepsonderwijs van Leeuwenborgh Opleidingen, Gilde Opleidingen en Arcus College.De komende zes jaar moeten 60.000 nieuwe arbeidsplaatsen in de bouwsector worden ingevuld. Doel van Bouwmensen is de instroom van werknemers in de bouw te verhogen door jongeren te enthousiasmeren voor het werken in de bouw. Er zijn bijna dertig Bouwmensen-vestigingen in Nederland, de Limburgse vestigingen zitten in Beek en Horst.
Publicatie De Limburger, 22 januari 2019.
Verslaggever Martine Zwets.
Fotograaf © Mitchell Giebels.
Verslaggever Martine Zwets.
Fotograaf © Mitchell Giebels.